Categorieën

Service

Archief koopt polderlandschap Kemper

Archief koopt polderlandschap Kemper
Uit

Archief koopt polderlandschap Kemper

  • Redactie
  • 06-04-2016
  • Uit
Archief koopt polderlandschap Kemper


SCHIEDAM - Het Gemeentearchief Schiedam heeft op een Haagse kunstveiling een aquarel van Charles Jean Kemper gekocht. Het is een gezicht op de Polderwatering en de Polderweg in Kethel. De aquarel is niet gedateerd, maar is gemaakt in de jaren 1960.

Charles Kemper schilderde en tekende landschappen, havengezichten, interieurs en portretten. Zijn voorkeur ging uit naar polderlandschappen, een onderwerp dat ook op het aangekochte werk is te zien. Behalve de Polderwatering is rechts de boerderij met de bijbehorende klapbrug aan Polderweg 17 te zien. Deze boerderij is in 1997 gesloopt. Links is het huizenblok zichtbaar, dat in 1918 door de Woningbouwvereniging voor Kethel is gebouwd. De woningen waren van niet al te beste kwaliteit, en stonden daarom bekend als de ‘De Negen Plagen’. Het gemeentearchief heeft al zeven werken van Charles Kemper.

Charles Jean Kemper (Heemstede 1913 – Rotterdam 1985) was eerst politieagent, net zoals zijn vader. In de Tweede Wereldoorlog kwam de politie onder Duits gezag, en Kemper diende zijn ontslag in. Het winnen van een schilderswedstrijd van het Stedelijk Museum Schiedam met het onderwerp ‘Schiedamse stadsgezichten’ in 1941 betekende een stimulans om voor een carrière als kunstenaar te kiezen. Hij volgde een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam en werkte vanuit zijn woonplaats Overschie veel in Schiedam en omstreken, onder andere voor het Rotterdamsch Nieuwsblad.

Zoals wel meer Schiedamse kunstenaars kwam hij ook regelmatig in kunstenaarssociëteit ‘De Hof van Cyrene’ aan de Schiekade. Kemper was niet alleen kunstschilder, maar deed ook commerciële opdrachten zoals illustraties voor advertenties en kranten, of stadsgezichten maken in opdracht van archiefinstellingen.

In de krantenbank (http://schiedam.courant.nu) is een interview uit 1961 in ‘De Rotterdammer’ te vinden waarin hij uitgebreid ingaat op mensen die hem komen lastigvallen tijdens het buitenwerk. “Bleef het publiek nu maar op zo’n meter of twee afstand, dan was het nog niet zo erg, maar het gebeurt dat je aan weerskanten van het doek twee hoofden ziet, zodat het zicht je volkomen ontnomen wordt. Vraag je dan beleefd of ze misschien een stapje achteruit willen, dan zijn de meesten nog beledigd ook.”