Van een arm naar een warm Schiedam
- Ted Konings
- 24-01-2024
- Nieuws
SCHIEDAM - Van een arm naar een warm Schiedam. Dat is de weg die de stad moet gaan, vinden de organisatoren van de Armoedeconferentie en daarin kregen ze bijval van de deelnemers.
Die verzamelden zich afgelopen zaterdag in het Wennekerpand. Ervaringsdeskundigen, vertegenwoordigers van organisaties en politici en bestuurders die te maken hebben met armoede kwamen daar bij elkaar om een vervolg te geven aan een eerste conferentie in 2022 (zie hier), maar vooral om de problematiek van armoede op de kaart te houden, samen na te denken over noodzakelijke actie en betrokkenen - getroffen door of handelend tegen armoede - te bemoedigen en direct in contact te brengen met elkaar.
Want armoede treft nog altijd velen, ook in Schiedam. En meer mensen dan gedacht of gekend. Van de 5500 mensen die in Schiedam een beroep doen op de Energietoeslag waren er naar verluidt maar tweeduizend bekend als kampend met tekorten of schulden. Veel regelingen bedoeld om armoede te bestrijden hebben te maken met onderbenutting, vertelde Jan Prins zaterdag, namens de Nationale Ombudsman. Mensen willen hun problemen vooral zelf oplossen, maar dat is ‘waanzinnig moeilijk’. De maatschappij staat er soms bij en kijkt ernaar. “Ieder weet ’t, zegt ’t, denkt: we moeten er wat aan doen, en toch gebeurt er nog te weinig”, aldus Prins.
Armoede is niet goed, want het gooit heel veel elementen van je leven overhoop. Het kan zelfs ook je persoonlijkheid veranderen. Want armoede doet wat met je, vertelde Iriabeth Schoop. Zij kreeg zelf te maken met schulden, maar probeert ondertussen ook in dienst van de gemeente Schiedam werk te maken van het wegwerken ervan, bij veel meer Schiedammers. “Het punt is dat je je afsluit. Dat je een schuldgevoel hebt.” Je hebt het zelf uit de klauwen laten gieren, zoiets. Volgens wethouder Petra Zwang is dat ook wat ‘anderen’ ervan denken en uitspreken. “Dat mensen het er zelf naar gemaakt hebben.” En het dan ook maar zelf moeten oplossen.
Dat ‘eigen schuld’ is allerminst zo, vindt de wethouder. Tot op zekere hoogte kan het ieder overkomen. “Het is dus niet zo dat als je geen stomme dingen doet, en als je een baan hebt, dat het dan vanzelf goed komt.” Het is volgens Zwang een goede zaak dat er in de maatschappij en politiek veel aandacht is voor bestaanszekerheid, maar dat betekent niet automatisch dat het probleem van armoede verdwijnt: de inflatie zorgt blijvend voor problemen en ‘het prijsplafond voor energie is weer gestopt’. “Er zijn mensen die de thermostaat nooit hoger dan achttien graden zetten en douchen met een kookwekker… Het raakt alles.”
Prins leerde uit ervaringen in Zuid-Limburg dat armoede ook doorgaat van generatie op generatie. Verwachtingen die laaggespannen zijn, alsof het zo hoort, zoals het gaat. “Dat slaat van alles dood.”
Annemarieke van Egeraat herkent dat, en ze ergert zich dood. Armoede lijkt ‘acceptabel’ te zijn geworden. Als een soort gewoonte, een cultuur. Schaamte overheerst en mensen leggen zich neer bij de situatie waarin ze verkeren. Zo wordt armoede als het ware ‘overerfbaar’. Daarom is het taak voor ieder die iets wil doen aan armoede om na te denken over duurzame oplossingen, ‘dwars door alle domeinen heen’. “Het moet samen”, aldus Van Egeraat.
Zij is directeur van Warm Rotterdam en was uitgenodigd om te vertellen hoe haar organisatie in de buurstad werkt aan armoedebestrijding. Volgens de organisatie van de conferentie moet er ook een Warm Schiedam komen.
Warm Rotterdam functioneert nu als een samenwerkingsverband van ervaringsdeskundigen en formele en informele organisaties die willen bijdragen aan een stad waarin armoede wordt aangepakt, met respect voor de mensen die het betreft. Daar floreert ook de stad van. “Warm Rotterdam staat voor een nieuw democratisch tijdperk, waarin geluisterd wordt naar de bewoners om wie het gaat, zodat zij zich betrokken voelen en invloed hebben op de aanpak van armoede.”
Dat is een ideaalbeeld dat nog lang geen realiteit is. Deelnemers aan de conferentie lieten luid en duidelijk horen dat er nog veel misgaat, ook in Schiedam. Niet gehoord worden, denigrerend bejegend worden, de kous op de kop krijgen, het komt allemaal voor. “Ik ben voor een fraudeur weggezet, voor een verward persoon. Veertien jaar lang zit ik in de problemen. Dat doet me verdriet en doet pijn.”
Iemand anders noemde BKR-registraties die mensen maar blijven achtervolgen. En weer iemand anders de boete die je krijgt als je je zorgpremie niet betaalt. “Zo wordt het schuld op schuld en kom je er niet meer uit. Ik moest leven van 2,50 tot vijf euro per week, met een ziek kind.” En weer iemand anders: “Ik leefde in een hel. Ik werd van het kastje naar de muur gestuurd. Er zijn te veel partijen die een verdienmodel maken van hulpverlenen en niet naar de mensen kijken.”
Goed, de noodzaak om de bestaande praktijken te veranderen was er al langer, en ook duidelijk voor velen. Gespreksleider Dirck Slabbekoorn constateerde dat er ‘een vierkante kilometer is waarop 160 stichtingen actief in armoedebestrijding staan ingeschreven’. Maar waarom is het probleem er dan nog? Wat moet er gebeuren?
De deelnemers in de paneldiscussie onderschreven grif dat de intenties ‘juist’ zijn, maar steeds maar regeltjes de zaken in de weg staan. Van Egeraat: “Bij ons in een wijkteam is bijvoorbeeld de norm dat als iemand hulp ontvangt, dat na een half jaar moet zijn afgesloten.” Zo kan je natuurlijk amper duurzaam iemand bijstaan.
Volgens Zwang is er ‘nog een partij nodig’ om zaken wezenlijk te veranderen, en dat zijn wij allemaal. “Er zijn nog altijd mensen die overal een oordeel over hebben. Die zeggen: ‘het is allemaal hun eigen schuld’. Die stem vind ik nog veel te hard klinken. Dan hoor je bijvoorbeeld in wijkoverleggen ‘ik moet belasting betalen en een ander niet’. We moeten stoppen met kijken naar een ander en meer redeneren ‘er wordt mij niets tekort gedaan’.”
Ook aanpak verdient volgens Prins van de Nationale Ombudsman de regelzucht. “We houden onszelf gevangen in de regels.” Voor iedere situatie moeten die volgens politiek en bestuur opgaan, dus er komen zonder actie net zo veel regels als er mensen zijn voor wie ze opgaan. En dan zijn er ook nog ambtenaren die worden afgerekend naar de mate waaraan ze zich aan de regels hebben gehouden. “Ik zou zeggen: ‘better sorry than safe’. Maak maar fouten. Daarna kunnen we in discussie of het zo moet gaan of er verbeteringen mogelijk zijn. Zonder elkaar erop af te rekenen.”
Daarom zijn het juist de informele, kleinschalige initiatieven waar de stad het van moet hebben, aldus Van Egeraat. Want die kunnen bruggen slaan, vanuit de systemen naar de mensen. “Dat komt niet vanuit de instituties. Het zijn juist de informele organisaties die wel die link kunnen leggen. Die moeten we dus koesteren en een podium geven.” Aan de andere kant: ook de ‘beroeps’ kunnen hun bijdrage leveren, moeten leren een beetje buiten de lijntjes te kleuren. “Misschien moet er een award komen voor de professional die het vaakst de regels overtreden heeft?!”
Prins: “De politiek werkt met vierjaarstermijnen. Alles moet snel, snel. Maar dat gaat niet. Je moet de komende twintig jaar deze stappen willen maken. Dan is de druk er vanaf.”
Wie ook nodig zijn? De bedrijven. “Ik had hier een Facilicom (de grote lokale werkgever in de schoomaakbranche, red.) wel verwacht. Die kunnen een bijdrage leveren aan de oplossing van armoede en schulden.”
Jan Kuijs van Schuldhulpmaatjes reageerde ‘vanuit de zaal’: “Ik zag een reportage op Nieuwsuur uit Oss. Die toonde dat de gezondheidszorg belangrijk is in deze. We hebben hier in de stad een goede ziektekostenverzekeraar. Misschien moeten we daar eens gaan praten.”
Slabbekoorn liet weten ook te rekenen op ieders betrokkenheid. Duurzame betrokkenheid. In dat verband was hij teleurgesteld over het feit dat er van de tweehonderd zitplaatsen in de zaal, zo’n beetje een kwart niet bezet was. “We hebben mensen moeten teleurstellen die hadden willen komen, omdat de zaal vol zou zijn. Zij hadden hier ook een bijdrage kunnen leveren.”
Van Egeraat kwam tot de conclusie dat er een ‘Deltaplan armoede en schulden’ nodig is. Daar wordt momenteel bij de buren hard aan gewerkt. “Wat voor stad wil Rotterdam zijn? Misschien moeten we zeggen: wat voor stad willen Rotterdam en Schiedam zijn. En Vlaardingen en Maassluis. Daar moeten we meer lawaai over maken.”
Wethouder Zwang was hier een beetje terughoudend. “Meekijken bij elkaar kan altijd. Maar ik ben er een beetje bang voor dat we zaken zo groot maken dat het daardoor verlamt.” In ieder geval moet er volgens haar een gemeenschappelijke agenda komen, gemeentegrensoverschrijdend.
Dat wordt een taak voor Warm Schiedam, waar verschillende betrokken partijen zich hard voor willen gaan maken, zo spraken ze zaterdag uit. “We hebben het nodig.”