Schiedam haalt taakstelling woonplekken statushouders bijna

Foto: archief

SCHIEDAM - Schiedam heeft afgelopen maand 27 statushouders onderdak kunnen bieden. Daarmee haalt de gemeente op drie plekken na de opdracht die het voor het afgelopen half jaar had gekregen.

Schiedam kreeg de taak om in die periode 79 mensen die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een verblijfsstatus kregen, huisvesting te verschaffen. Uit het eerste halfjaar van 2023 stonden nog twintig plekken open. Uit de nieuwste cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties blijkt dat Schiedam er tussen begin juli en eind december 96 realiseerde. 

Toch is er geen reden tot veel overmoedigheid. Een belangrijk verschil maakte het riviercruiseschip dat sinds half november in de Buitenhaven ligt, en waar niet alleen asielzoekers maar ook statushouders zijn ondergebracht. Het schip blijft volgens afspraak tot in maart liggen, maar dan zal er dus elders in de stad ruimte voor in ieder geval de statushouders moeten worden gevonden.

Over heel Zuid-Holland komen de gemeenten over het afgelopen halfjaar in totaal 651 plekken ‘tekort’, op een taak van 3746. In gebreke blijft vooral Den Haag, dat 106 woonplekken tekort komt, van de zeshonderd die het moest realiseren, inclusief de achterstand uit eerdere periodes. Relatief nog ‘slechter’ doet Leidschendam-Voorburg het: in plaats van de bedoelde 77 plekken werden er 37 geschapen, en er stond nog een achterstand van eerder van 48 woonplekken. Ook de gemeente Hoeksche Waard schiet tekort: die schiep van de opdracht van 88, slechts 56 plaatsen. Er stonden er daar nog 63 open van eerder. En ook niet mals: de kleine gemeente Molenlanden (een serie dorpen in de Alblasserwaard), op de lat voor 62 plekken, waar maar zestien plekken werden gecreëerd. 

In mindere mate geldt hetzelfde voor Vlaardingen, waar in plaats van de taakstelling van 74, in een half jaar 61 statushouders werden ondergebracht. Vlaardingen stond van eerder nog voor 24 statushouders op de lat.

Daarentegen verwelkomt Gouda de statushouders met open armen; de gemeente had ook tot taak 74 mensen onder te brengen, maar wist 118 mensen onder te brengen - en vanuit het eerste halfjaar had het ook al een ‘overschot’ van twaalf plekken opgebouwd. Ook Rijswijk deed veel: tachtig woonplekken waar er strikt gezien maar 57 nodig waren, en er ook van eerder nog een overschot van achttien plekken stond. Ook Bodegraven, Delft, Goeree-Overflakkee, Hillegom, Katwijk, Lisse, Teylingen, Wassenaar, Westland, Zoetermeer, Zoeterwoude en Zuidplas realiseerden meer plekken dan ze tot taak hadden, maar zij namen van eerder over het algemeen een tekort aan gerealiseerde plekken mee. 

Het meer doen dan strikt nodig bij deze gemeenten heeft er zeker ook mee te maken dat het ministerie eerder een groter aantal plekken dacht te moeten realiseren; omdat de IND het afgelopen halfjaar minder mensen de verblijfsstatus verstrekte, waren bij nader inzien minder plekken nodig. Zo was het eerder de bedoeling dat Schiedam 123 nieuwkomers via het IND een woonplek zou bezorgen, afgelopen jaar.

Opvallend deed Rotterdam het: in die gemeenten vonden 861 statushouders onderdak. Opdracht voor het tweede halfjaar was 650, en er stond nog een achterstand van 156 mensen.

Voor het halfjaar dat maandag begonnen is, staat Schiedam nu voor 85 plekken voor statushouders op de rol.