Categorieën

Service

Bij de RET moeten ze eens denkles nemen

Bij de RET moeten ze eens denkles nemen
Nieuws

Bij de RET moeten ze eens denkles nemen

  • Han van der Horst
  • 24-01-2021
  • Nieuws
Bij de RET moeten ze eens denkles nemen

COLUMN - De RET verlaagt de frequentie van bussen en trams tijdens de avondklok. Argument: er zijn dan minder reizigers. Daarom rijden de bussen om het half uur en de trams om de twintig minuten. De metro wordt voorlopig ongemoeid gelaten.

Dit is een verkeerde reactie op de Coronacrisis en de maatregelen die de overheid neemt om de epidemie in bedwang te houden.

Op het eerste gezicht lijkt de vermindering van de service logisch en in overeenstemming met het gewone beleid van de RET. Ooit was dit bedrijf een onderdeel van de gemeente Rotterdam. Doctrinaire politici met een heilig geloof in de markt hebben het openbaar vervoer verzelfstandigd. Het kreeg de opdracht marktgericht en bedrijfsmatig te opereren. Winst diende voortaan met een grote W te worden geschreven. Allicht dat je dan ritten schrapt als er te weinig betalende passagiers bij de halte staan.

Het openbaar vervoer maakt echter in onverminderde mate deel uit van de publieke dienstverlening. Het is een netwerk dat burgers gebruiken om tegen betaalbare prijzen snel en efficiënt op hun bestemming te komen. Althans, dat is de bedoeling.

Of het er veel of weinig tegelijk zijn, hoort in de zwaarste nationale crisis sinds de Tweede Wereldoorlog niet uit te maken. Er is als gevolg van de Corona-epidemie trouwens van dat bedrijfsmatige niet veel overgebleven. Het aantal passagiers nam zo sterk af dat overheidssteun de hoofdrol speelt bij het in stand houden van het RET-net. Eigenlijk is het openbaar vervoer in deze streek weer terug bij af: een dienst van de overheid.. De vraag is nu niet: hoe kan de RET financieel zo ongeschonden mogelijk functioneren? De vraag is: op welke wijze kan ze het beste bijdragen aan het welslagen van de avondklok?

Wat is het idee achter deze spertijd? Hoe minder mensen er tussen negen uur 's vonds en half vijf ´s morgens op straat zijn, des te minder besmettingen vinden er plaats. De vraag of dit inderdaad het geval is, doet er in dit verband niet toe. Wezenlijk is dat de RET mee hoort te werken aan het succes van de avondklok. Er lopen tussen negen uur en half vijf nog steeds de nodige mensen op straat. Zij doen dat op goede gronden. Ten bewijze dragen ze een vergunning van de overheid bij zich en vaak ook nog andere papieren. Het is van wezenlijk belang dat zij zo snel en zo gemakkelijk mogelijk hun bestemming kunnen bereiken: een werkplek, een ziekenhuis, hun eigen woning enzovoorts. Het is strijdig met de geest van de avondklok als zij – soms in groepen – lang bij haltes moeten hangen voor er eindelijk een bus of een tram komt. Tijdverlies is a priori gevaarlijk. Daarom gaat het niet aan de dienstverlening uit te dunnen. De passagiers hebben een belangrijke reden om van het openbaar vervoer gebruik te maken. Ze moeten kunnen rekenen op een service als vanouds.

Natuurlijk levert dat de RET extra verliezen op. Die zijn in het licht van onze gezamenlijke strijd van geen betekenis. Daar horen de diepe zakken van minister Hoekstra goed voor te zijn. Als hij toch de hand op de knip lijkt te houden, laat dan partijgenoot Lamers een hartig woordje met hem spreken.

Ze moeten bij de RET eens denkles nemen voor ze vervallen in reflexen waarvoor in deze donkere tijd vol risico´s geen plaats meer is.