Categorieën

Service

OM eist twaalf jaar cel voor doodschieten Can (32)

OM eist twaalf jaar cel voor doodschieten Can (32)
Nieuws

OM eist twaalf jaar cel voor doodschieten Can (32)

  • Cerberus/Niels Dekker
  • 31-08-2022
  • Nieuws
OM eist twaalf jaar cel voor doodschieten Can (32)

Foto: Flashphoto


ROTTERDAM - Het Openbaar Ministerie heeft vanmorgen een celstraf van twaalf jaar geëist tegen de man die vorig jaar de 32-jarige Can in de Schiedamse Loeffstraat doodschoot. Volgens de officier van justitie heeft schutter James T. (30) het slachtoffer ‘bewust en met opzet’ door zijn hoofd geschoten met één kogel. Omdat er geen bewijs was gevonden voor een vooropgezet plan, achtte ze alleen doodslag bewezen en geen moord.

Voor medeverdachte Makaveli O. vroeg de aanklager om vrijspraak. Hoewel de 20-jarige Hoekenees betrokken was bij het maken van een afspraak met Can om daarbij een vuurwapen terug te geven, had hij volgens het OM de dodelijke schietpartij niet kunnen voorzien of voorkomen.

Wel vroeg de aanklager om O. te veroordelen voor verboden wapenbezit, maar een straf op te leggen die gelijk is aan zijn voorarrest van dik een jaar. Daarmee zou O. bij de uitspraak op 13 september mogelijk direct worden vrijgelaten.

Vrienden krijgen mot

Ondanks een hechte vriendschap tussen T. en het slachtoffer, die ze mede opbouwden tijdens een jarenlang gezamenlijk verblijf in de bajes, kregen de twee in aanloop naar 26 juli 2021 mot. Uit een reeks teruggevonden sms’jes en Whatsappjes bleek dat Can zijn maatje steeds heftiger bedreigde en uitschold, omdat hij een vuurwapen en tweeduizend euro wilde zien.

Omdat T. niet reageerde, stuurde Can ook berichten naar hun gezamenlijke vriend O. dat hij T. wat zou aandoen als hij zijn wapen niet terugkreeg. Zodoende kwam het uiteindelijk tot de afspraak op 26 juli.

T. en O. stapten aan het begin van de middag voor het politiebureau in Schiedam-Nieuwland in bij de wagen van Can. Die ontstak in woede, maar reed vervolgens wel richting de Loeffstraat.

Toen hij daar parkeerde op de losplaats voor vrachtwagens bij een supermarkt en zijn auto waarschijnlijk op de handrem zette, werd hij binnen enkele seconden vanaf de achterbank door zijn hoofd geschoten. Daar zat T. die vlak voor het instappen het bewuste wapen overhandigd had gekregen van O.

Spelen met wapen

Volgens T. was hij onderweg met het pistool gaan spelen en leunde hij met zijn elleboog over de leuning toen Can remde. Daarbij zou zijn arm zijn weggegleden en het pistool op enkele centimeters van Cans hoofd zijn afgegaan.

“Die verklaring past niet bij de uitkomsten van het onderzoek. Zo ongeloofwaardig dat die terzijde moet worden geschoven”, betoogde de aanklager. Uit de schotwond was volgens deskundigen van het NFI immers gebleken dat het wapen op Cans hoofd was gezet.

De advocaten van de verdachten noemden het op hun beurt onverteerbaar dat het gebruikte vuurwapen per abuis is vernietigd. Volgens hen ging het om een oud en roestig wapen, waarvan de veer mogelijk heel slap gespannen stond. Daarmee kon het pistool in hun ogen heel makkelijk ‘per ongeluk’ zijn afgegaan.

“Het wapen is nooit uit elkaar gehaald om het te bekijken. De kans hebben we nu niet meer, omdat het een halve eeuw oude wapen is vernietigd’’, vertelde de advocaat van T.. Volgens hem was het scenario van zijn cliënt ‘veel aannemelijker’.

‘Niks opvallends’

Een vuurwapendeskundige van het NFI vertelde de rechters tijdens het proces echter dat er bij het testen van het gebruikte pistool op dat gebied ‘niks opvallends’ was geconstateerd. In totaal was bij het proefschieten de Walther PP 22 keer afgevuurd. “Het functioneerde goed. Er is bij zulke wapens behoorlijk wat druk op de trekker nodig”, zei de deskundige.

De officier van justitie gebruikte die verklaring om naar T. te wijzen als dader. “Er zijn geen aanwijzingen dat de druk zo laag was dat het wapen bij de minste aanraking afging”, zei ze. “Dat het wapen is vernietigd betekent niet dat er niks over te zeggen is.”

Kil

Ze noemde het misdrijf van T. ‘uiterst kil’. "Can kon geen kant op. Hij heeft achter het stuur dat dodelijke gevaar niet zien aankomen. Een gruwelijk en meedogenloos feit.”

Een motief had het OM niet kunnen vinden. “Naar het waarom blijft het gissen. Een concrete aanleiding of motief voor de schietpartij is onduidelijk. Mogelijk voelde T. zich door uitlatingen van Can bedreigd.”

De broer en zus van Can vertelden dinsdag in slachtofferverklaringen al over de enorme impact van de dood van hun familielid ‘die zelf ook geen engeltje was, maar dit niet had verdiend’.  “T. heeft ze in onbeschrijflijke ontreddering achtergelaten. Ze hebben dagelijks het gevoel al dood te zijn. Een onpeilbaar diep verdriet.”

Op 13 september maakt de rechtbank duidelijk hoe zij oordeelt over de eventuele schuld van T. en O.