Categorieën

Service

Relatief weinig Schiedamse twintigers wonen nog 'thuis'

Relatief weinig Schiedamse twintigers wonen nog 'thuis'
Wonen

Relatief weinig Schiedamse twintigers wonen nog 'thuis'

  • Redactie
  • 20-12-2023
  • Wonen
Relatief weinig Schiedamse twintigers wonen nog 'thuis'


SCHIEDAM - In Schiedam wonen minder jongvolwassenen bij hun ouders dan in de meeste Nederlandse steden.

61,8 procent van de twintig- tot 25-jarigen woonde begin dit jaar bij een of meer ouders. Van de 25- tot dertigjarigen is dat 20,1 procent.  

In heel Nederland woont van de twintig- tot 25-jarigen ruim 57 procent nog 'thuis', van de 25- tot dertigjarigen nog bijna twintig procent, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Zo bezien lijken in Schiedam relatief veel twintigers nog ‘thuis’ te wonen. Echter: het gemiddelde betreft heel het land, inclusief de studentensteden. In Delft bijvoorbeeld woont 17,8 procent van de jongeren tussen de twintig en 25 jaar samen met hun ouders; onder de 82 procent die dus zelfstandig woont, zijn uiteraard veel studenten, ook uit Schiedam bijvoorbeeld. 

In volgorde wonen in Groningen, Wageningen, Delft en Maastricht de meeste jonge twintigers op zichzelf. 

Na de echte studentensteden volgen de grote steden, met relatief veel jonge inwoners die zelfstandig wonen, daarna nog enkele steden met bijvoorbeeld hbo’s en dan komt wel zo’n beetje Schiedam. Een bijna-studentenstad zou je kunnen zeggen.

Want in gemeenten als Nissewaard (74,7%), Voorne aan Zee (77%), Westland (77,4%), Hoeksche Waard (79,8%), Pijnacker-Nootdorp (81,5%), Zuidplas (81,6%), Albrandswaard (83,8%), Lansingerland (86,1%), Midden-Delfland (86,2%), Barendrecht (87%) wonen relatief veel meer jonge twintigers bij hun ouders. 

In Vlaardingen is dit 65,4 procent, in Rotterdam, waar jongeren uit de regio vaak naartoe trekken als ze ‘het huis uitgaan’ is dat 38,2 procent. 

De steden met relatief minder thuiswonende inwoners tussen de twintig en 25 jaar dan Schiedam zijn behalve de Waddeneilanden: Groningen, Leeuwarden, Assen, Meppel, Deventer, Enschede, Hengelo, Zwolle, Arnhem, Ede, Nijmegen, Rheden, Utrecht, Zeist, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Haarlem, Den Helder, Hilversum, Delft, Rotterdam, Gouda, Den Haag, Leiden, Rijswijk, Middelburg, Vlissingen, Breda, Tilburg, Den Bosch, Eindhoven, Heerlen, Kerkrade, Maastricht, Vaals, Sittard-Geleen en Venlo. Voor zover wij weten kennen in dit rijtje alleen Amstelveen, Kerkrade en Vaals geen school of universiteit voor hoger onderwijs, net zoals Schiedam.

Onder de 25- tot dertigjarigen is dat beeld vergelijkbaar, ook al zijn daar de percentages ‘thuiswonende’ mensen een stuk lager: 20,1 procent dus in Schiedam, in Delft 8,7 procent, in Rotterdam 15,5%, in Vlaardingen 22,2, in het Westland 28,4, in Albrandswaard 35,6 en in Barendrecht 40,9 procent. Nederlands kampioen is Bloemendaal, waar nog 46,7 procent van de jongeren tussen 25 en dertig in hetzelfde huis als hun ouder(s) wonen - maar in die gemeente zijn de huizen dan ook veel groter.

Het aandeel jongvolwassenen dat nog ‘thuis’ woont, groeit. Van alle mensen tussen de achttien en dertig jaar woonde begin dit jaar bijna 46 procent bij hun ouders; twintig jaar geleden was dit minder dan veertig procent. 

“Jonge mannen wonen vaker thuis dan jonge vrouwen, maar dit verschil is kleiner geworden”, schrijft het CBS. Mannen wonen van oudsher langer thuis dan vrouwen, maar tussen 2003 en 2023 steeg het percentage thuiswonende jongvolwassen mannen van ruim 47 procent naar ruim 51 procent, dat van vrouwen nam in dezelfde periode toe van ruim 31 naar ruim veertig procent, aldus het CBS.

“De meeste jongeren verlaten het ouderlijk huis tussen hun achttiende en dertigste. Begin 2023 woonde bijna 89 procent van de achttienjarigen nog thuis, van de 29-jarigen was dat ruim elf procent. Voor alle leeftijden is het percentage thuiswonende jongvolwassenen groter dan twintig jaar geleden.”