Categorieën

Service

"Als het laatste fluitsignaal gaat..."

Sport

"Als het laatste fluitsignaal gaat..."

  • Ted Konings
  • 26-12-2015
  • Sport

Als dan dat laatste fluitsignaal gaat...


SCHIEDAM - “Als dan het laatste fluitsignaal gaat in de halve finale, en je weet dat je in de finale staat...” Dat was het mooiste moment van Kelly Dulfer tijdens het wereldkampioenschap Handbal, afgelopen weken in Denemarken. Een complete uit-je-dakervaring.

Maar ook de opkomst in de finale mocht er zijn, vindt Dulfer. “Die enorme hal, ik geloof dat er vijftienduizend mensen in konden, bijna vol, met zowat de helft in het oranje. Die allemaal op pad waren gegaan om ons te zien!”

Het waren momenten die Kelly Dulfer nog niet eerder had meegemaakt en waar ze nog vaak aan terug zal denken. Op weg naar Rio de Janeiro bijvoorbeeld.

Als het er dan wel van komt. Want het leven van de 21-jarige verdedigster van het Oranje handbalteam is vol en druk. Zoals dezer dagen.

Echt tijd om alle ervaringen van het wereldkampioenschap te verwerken had Dulfer nog niet. “Maandag zijn we teruggekomen. Ik ben naar Serious Request in Heerlen geweest om daar een cheque te overhandigen.” Gisteren was op Papendal de herdenkingsdienst voor Jokelyn Tienstra, 'een van de beste handbalkeepsters van Nederland ooit', die enkele weken geleden overleed als gevolg van ziekte, veel te jong. De voormalig international was ook verbonden aan het huidige Nederlands team en was hoofd van de Handbalacademie op Papendal. Tienstra ontving posthuum de zilveren WK-medaille.

In die achtbaan aan ervaringen en emoties vond Kelly Dulfer niet de tijd om op het gemak de beelden uit Denemarken terug te kijken. “Alleen die finale, die hoef ik voorlopig even niet terug te zien.”

Want het was een echte tegenvaller, de deceptie in de eerste helft van de finale, waarin haar team aan alle kanten voorbij werd gelopen door de Noorse tegenstrevers. De analyse is nog niet volledig, maar Dulfer houdt het op een combinatie van het zelf overdonderd zijn door de omstandigheden en een 'supergoede' tegenstander. “Zij zijn Olympisch kampioen. Hebben al zo veel finales gespeeld.”

Wat beklijft nu: het gevoel goud verloren te hebben, of zilver gewonnen? Dat laatste, beaamt Dulfer. “Het blijft een hele mooie prestatie.”

De grote vraag blijft of de dames zelf hadden bevroed dat ze tot zulke grote hoogte in het toernooi zouden stijgen. Is het succes een resultaat van jarenlang hard werken dat te voorzien was, of is het een combinatie van een heel gelukkig gesternte dat alle factoren op zijn plaats liet vallen? Dulfer: “We zijn met zijn allen een proces ingegaan en dat moet er uitkomen. Van te voren hadden we het halen van de laatste acht als doel gesteld, want dat was genoeg voor deelname aan het Olympisch kwalificatietoernooi. Maar toen we de achtste finales tegen Servië wonnen (en dat doel was bereikt, red.) gingen we voor de halve finale. Dan wil je gewoon meer. Het werden supergoede wedstrijden!” Waarin met groot verschil werd gewonnen. Tot die finale dus.

Alhoewel: “In de tweede helft tegen de Noren hebben we laten zien dat we hun niveau echt wel aankunnen.”

De sport heeft dan van die mooie wijsheden - ook Dulfer niet onbekend: “Je moet eerst een finale leren spelen, voordat je een finale kan winnen.”

Betekent dat nu dat Nederland, na zijn verloren finale, klaar is voor winst in Rio? “De handbaltop is breed”, zegt Dulfer. “Maar we hebben aangetoond dat we bij de Europese toplanden horen.” En daarmee bij de wereldtop, want handbal is een Europese sport. “De Noorse coach zei dat hij erop rekent dat we nog veel finales tegen elkaar gaan spelen.”

Voordat Oranje in Rio mag aantreden, moet er eerst nog gewoon gewerkt worden voor plaatsing. Dat mag volgens Dulfer geen probleem zijn. “Omdat we tweede zijn geworden, hebben we relatief makkelijke tegenstanders. Japan en Tunesië en Frankrijk. Japan en Tunesië zijn in Denemarken geloof ik zeventiende en 21ste geworden, en er gaan twee landen door.” Dat is kaassie.

Voor in de agenda: het toernooi wordt in Frankrijk gespeeld, van 17 tot 20 maart. In de week daarvoor speelt Dulfer met het Nederland team kwalificatiewedstrijden voor het Europees kampioenschap. En nog dit jaar, op 30 december, wacht haar al weer de eerste wedstrijd met Oldenburg, haar club in de Duitse competitie, net over de grens bij Groningen.

Maar de kerst brengt zij door in Schiedam, bij haar familie en vrienden. Schiedam, dat is haar thuis. Ook al woont ze al een jaar of vijf niet meer hier. “Eerst was ik in Dalfsen, en de laatste jaren in Arnhem.”

Betekende de wereldkampioenschappen voor de lange Schiedamse (1.86 meter) de doorbraak als basisspeelster van het Nederlands team? “Ik ben natuurlijk verdedigster, dus ik kom er in als we verdedigen”, corrigeert zij. Basisspeler is in het handbal eigenlijk een term die niet wordt gebruikt. Als pure verdedigster - Dulfer scoorde in de finale niet, in de halve finale één keer - betekent dat wel twintig, dertig, veertig keer wisselen per wedstrijd.

Maar goed voor haar zelfvertrouwen was het WK natuurlijk wel. Alhoewel het daar nooit erg aan ontbroken heeft. “Ik was vijf, zes toen ik op handbal ging. Ik heb altijd gezegd dat ik bij het Nederlands team wilde.” Thuis had ze in haar ma - ook handbalster - een groot voorbeeld.

Het was dus niet zo verwonderlijk dat Kelly op haar vijftiende haar club Ventura verliet en in Kwintsheul, bij Quintus ging spelen. Later verhuisde ze naar Dalfsen, naar de gelijknamige club en ging ze intern bij de Handbalacademie. “Bij Jong Oranje kreeg ik veel speeltijd en dacht ik: ik kan het ook echt”, vertelt Dulfer nu. Daarna speelde ze met het senioren team bij het Europees kampioenschap vaak. “Dat heeft me vertrouwen gegeven.” Op dit wereldkampioenschap werd Dulfer een vaste waarde.