Categorieën

Service

Jaar geëist tegen zorgfraudeurs

Jaar geëist tegen zorgfraudeurs
Nieuws

Jaar geëist tegen zorgfraudeurs

  • Redactie
  • 10-11-2015
  • Nieuws
Jaar geëist tegen zorgfraudeurs

SCHIEDAM - Tegen drie van de vier verdachten die via thuiszorgorganisatie Uenzo fraudeerden, is vandaag twaalf maanden gevangenisstraf geëist. Een vierde verdachte wil de officier van Justitie tien maanden vast zien; deze verdachte was korter bij de fraude betrokken.

De vier mannen, in leeftijd variërend van 39 tot 57 jaar zijn afkomstig uit Schiedam en Rotterdam. De twee rechtspersonen die bij de fraude betrokken waren, de Rotterdamse thuiszorgorganisatie Uenzo en beheerstichting Amana Beheer, moeten wat de officier betreft ieder twintigduizend euro boete betalen.

De zaak dient sinds vorige week maandag bij de rechtbank in Rotterdam. De vier verdachten waren bestuurders van de twee organisaties en worden verdacht van oplichting, verduistering en valsheid in geschrifte. Ze zouden miljoenen euro’s aan zorgverzekeringsgeld hebben achtergehouden.

De zaak kwam in 2008 aan het licht. Op basis van meldingen van het meldpunt Ongebruikelijke Transacties, waarbij het onder andere ging om grote bedragen die contant waren opgenomen of naar het buitenland waren overgemaakt, startte de recherche van de politie Rotterdam in samenwerking met de toenmalige Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst een onderzoek.

Via UenZo, dat zich vooral richtte op mensen die vaak de Nederlandse taal of regels onvoldoende machtig waren, werden uitkeringen voor een persoonsgeboden budget (PGB) of zorg in natura geleverd. Uenzo en de stichting Amana regelden alles voor de zorgbehoevenden: van aanvraag tot uitkering/hulpverlener.

Via UenZo werden uitkeringen voor een persoonsgebonden budget of zorg in natura geleverd. Tijdens de rechtszaak werden zes fraudegevallen behandeld. Het ging daarbij om een totaalbedrag van 250 tot 300 duizend euro.

Het onderzoek in de zaak heeft lang geduurd, mede omdat bij de rechter-commissaris vele tientallen getuigen gehoord zijn. In 2012 ontdekte het Openbaar Ministerie dat er vermoedelijk bij de start van het onderzoek onvoldoende rekening was gehouden met de gevoeligheden rondom medische gegevens. Deze kwestie is toen aan de rechtbank voorgelegd maar die bepaalde dat het onderzoek door kon gaan.